Kerkbezoek en Kerstmis

zaterdag 26 december 2009
Als kind schaamde ik me een beetje dat we weinig naar de kerk gingen, maar wél met Kerstmis. Ik bezocht een zwaar christelijke school, en onze 'Meester' vroeg regelmatig op maandagmorgen of we die zondag de kerk nog bezocht hadden. Dan hield ik beschaamd mijn handen onder de tafel.

Als extra schande gingen we wél met Kerstmis. Zoals je het neerbuigende 'zondagsrijders' hebt, zo waren wij 'kerstmisgangers'.

Nu ben ik moeder, en dit jaar heb ik slechts één keer de kerk bezocht: afgelopen donderdag op kerstavond. Onze zondagmorgen is gevuld met de wekelijkse schoonmaak: alle kinderen ruimen hun kamer op, stoffen af en dweilen, terwijl Floris en ik beneden puin ruimen. De zondagmiddag brengen we dan door in een heerlijk schoon en opgeruimd huis. Deze routine bevalt zo goed, dat het kerkbezoek is gesneuveld. En ik denk graag dat God goedkeurend naar onze huisvlijt kijkt.

Maar toen ik donderdagavond plaats nam in de kerkbanken overviel mij een gevoel van vreugde: het was fijn om er te zijn. Ik keek om me heen naar de vertrouwde afbeeldingen en kerkelijke parafernalia, en bedacht dat ik toch eigenlijk vaker zou moeten gaan.

Gelukkig ben je bij God altijd welkom, ook al kom je maar één keer per jaar.

Bovendien kom ik haar regelmatig gewoon 'in het wild' tegen. In een hand op mijn schouder, een vriendelijke groet of een warm gebaar.