Open je ogen

dinsdag 17 februari 2009
Er gaat niets boven het geluid van Spelend Kind. Het zachte tikken van duploblokken, de lichte tromroffel van een vallende dobbelsteen en het geluid van papier dat aan flarden wordt gekleurd. Als moeder ken ik geen groter goed dan kinderen die urenlang kunnen spelen.

Maar mijn kinderen vinden duploblokken en gezelschapsspelletjes 'saai' en 'stom', en ik torste mijn teleurstelling en desillusie als een overvolle Aldi boodschappentas met mij mee.

Tot ik mij op een dag bewust werd van het geluid van Spelend Kind: bliep-bliep, tsjing-tsjing, pow-pow en pang-pang. Urenlang spelen mijn kinderen met Nintendo's, computers en Playstations.

Al die tijd was mijn verlangen naar kinderen die urenlang kunnen spelen al vervuld, ik had het alleen niet gezien omdat het op een andere manier was dan ik voor ogen had.

Het doet me denken aan een verhaal in Annie Lamotts boek 'Traveling Mercies'.

'Een oude man zit te drinken aan een bar in Alaska. Hij vertelt de barkeeper hoe hij zijn geloof in God heeft verloren sinds zijn vliegtuig neerstortte in de toendra.
'Ja,' zegt hij bitter, 'ik lag daar in het wrak en bad met al mijn kracht tot God dat hij me zou redden, maar hij stak geen vinger uit om me te helpen. Ik geloof niet meer in een God die het niks kan schelen wat er met mij gebeurd.'
'Maar je zit hier aan de bar tegen mij te praten,' zei de barkeeper. 'Blijkbaar ben je gered.'
'Ja zei de man kortaf: omdat er uiteindelijk een eskimo kwam die me redde!'


Voortaan probeer ik mijn ogen te openen voor wat het leven me aanbiedt, want wellicht is het precies wat ik zocht.