Textual description of firstImageUrl

Schoorvoetende Samaritaan

zondag 14 oktober 2012 Comments
Vandaag deed ik iets wat ik al heel lang wilde, maar telkens te laf voor was. Ik liep maar liefst 20 kilometer. Tien kilometer naar het plaatsje Ulft, met een tussenstop bij het schaftlokaal van de Dru Cultuurfabriek voor een kop koffie, en dan weer naar huis.

 Maar wie schetst mijn teleurstelling toen ik na 10 kilometer hardlopen aankwam bij de Dru Cultuurfabriek en ze de openingstijden veranderd hadden! In plaats van 10 uur, mijn aankomsttijd, gingen ze pas om 12 uur open. Verloren dwaalde ik door het gebouw, en keek smachtend naar het gesloten restaurant gedeelte.

Schoorvoetende Samaritaan

Toen zag ik plotseling een bewaker die de ronde deed, en ik vroeg: 'Weet u misschien waar ik hier koffie kan krijgen?'
'In het schaftlokaal!' wist de bewaker. 'Vanaf 12 uur!'
'Heeft u hier anders geen koffieautomaat?' vroeg ik hoopvol. 'Ik heb net 10 kilometer gerend, en ik kan echt even een kopje koffie gebruiken.' De bewaker schudde ontkennend.
'Weet u dan hier in de buurt misschien een adres waar ik koffie kan drinken?' probeerde ik, want ik had inmiddels bedacht dat zo'n bewaker vast wel ergens koffie had. Na enige overpeinzing schudde hij opnieuw zijn hoofd.

Maar toen bood hij eindelijk aan, waar ik al op hoopte: 'Ik heb zélf wel koffie.' En toen schonk hij mij koffie in, in een plastic bekertje en bood me zelfs melk en suiker aan. Het was smerige koffie, maar toch smaakte hij lekker.

Ik had dorst, en u hebt mij te drinken gegeven

En toen ik begon aan de terugweg, schoten me ineens deze bijbelregels te binnen uit Mattheüs 24, vers 35 t/m 40)

Dan zal de Koning tegen wie rechts van hem staan zeggen : 
'Mijn Vader heeft u gezegend. Kom en neem bezit van het koninkrijk dat voor u gemaakt is vanaf de schepping der wereld. 

Want ik had honger en u hebt mij te eten gegeven. 
Ik had dorst en u hebt mij te drinken gegeven. 
Ik was vreemdeling u had mij opgenomen. 
Ik was naakt en u gaf mij kleren. 
Ik was ziek en u verzorgde mij. 
Ik was in de gevangenis en u hebt mij bezocht. 

En de rechtvaardigen zullen hem vragen : "Heer, wij hebben u nooit dorstig of hongerig gezien. 
Hoe hebben wij u dan te eten of te drinken kunnen geven ? 
Wij hebben nooit gezien dat u vluchteling was of schamel gekleed ging. 
Wij hebben nooit gezien dat u ziek was of in de gevangenis zat. 
Hoe hebben wij u dan kunnen bezoeken ?' 
Dan zal de Koning antwoorden : "Luister goed naar wat ik u zeg : Al wat u gedaan hebt voor een van mijn broeders hier, al was het de onbelangrijkste, hebt u voor mij gedaan.'

Hoewel de bewaker enige aanmoediging nodig had om mij te drinken te geven, kwam hij uiteindelijk toch over de brug. En daarvoor ben ik hem zeer erkentelijk.