Kerkbezoek

zondag 23 november 2008
Mijn kerkbezoek is sterk wisselend. Zo'n anderhalf jaar geleden ging ik minstens één keer per maand, en in de aanloop naar Kerst zelfs wekelijks omdat de kinderen mee deden aan de kerstviering voor kinderen.

Maar in de elf maanden sindsdien ben ik geen enkele keer geweest, door een combinatie van praktische en huishoudelijke beslommeringen. Op de een of andere manier is de zondagochtend bij ons het moment geworden waarop het hele huis wordt schoongemaakt. Op zondagmorgen werken wij ons een slag in de rondte, in tegenstelling tot God die op zondag juist uitrustte, onder het motto: 'Dat snapt God vast wel.' Mijn gebrek aan kerkbezoek kwam dus niet voort uit innerlijke onvrede met de kerk, maar uit de banaliteit van het leven van alledag.

Langzaam maar zeker bekroop me een gevoel van 'Ik wil toch wel weer eens naar de kerk.' En toen in het kerkblaadje een heuse noodkreet stond over het gebrek aan kinderen in de kerk, voelde ik me helemaal geroepen. De noodkreet besloeg meer dan een A5-je, met naast de droevige constatering dat ondanks een aantal van eenennegentig kinderen in de gemeente er nauwelijks kinderen in de kerk zitten, ook een aantal open en dringende vragen als: 'Vind je het in de kerk gewoon ontzettend saai?' 'Waarom kom je niet met je kinderen naar de kerk? en 'Heb je eigenlijk behoefte aan andere vormen of andere tijden?'

Vragen die ik erg kan waarderen omdat ze getuigen van openheid, en de bereidheid de hand in eigen boezem te steken. Maar wat zijn eigenlijk mijn antwoorden?

Vanochtend zat ik in de kerk en dacht na over de vragen, terwijl de kinderen naast mij wat ongedurig zaten te wiebelen. Ik zong mee met de trage gezangen met teksten over een 'glazen zee', en ik luisterde naar het archaïsche taalgebruik en vroeg me af of ik de enige was die het niet snapte. Maar ik genoot ook van de sfeer die uitgaat van een kerk met mensen die zich willen verdiepen in meer dan wat voor het oog zichtbaar is.

Maar toen de kerkdienst langzaam maar zeker uitliep naar negentig minuten, toen voelde ik ongeduld in mij opwellen en een diep verlangen naar het eind van de dienst.

Want een diepe waarheid maakte zich aan mij kenbaar en gaf daarmee het droevige antwoord op de vraag: 'Waarom kom je niet met je kinderen naar de kerk: 'Ik kan mijn kinderen niet anderhalf uur onder controle houden.'